Alternatieve werkelijkheid
Rooseboom stelt dat de wereld van cryptovaluta als het ware een alternatieve werkelijkheid is ten opzichte van de reële economie, de economie van goederen en diensten, waar het echt om gaat. “Het is wachten tot dat er een integratie plaatsvindt van deze twee werelden. Cryptovaluta zijn eigenlijk alleen maar tokens waar je vooralsnog niet zo veel mee kunt. Het wordt bijvoorbeeld pas interessant als verzekeraars hun producten gaan aanbieden via blockchain. Waarbij je decentraal kunt participeren. En waarbij ook financiering kan plaatsvinden via een blockchain. Maar die koppeling is nog lastig te maken. Hoe weet die verzekeraar of ik solvabel ben of in ieder geval betrouwbaar? Hiervoor is vaak toch een tussenpersoon nodig die dat kan beoordelen. Daarmee valt direct het idee van een trustless blockchain weg. Zolang die integratie er nog niet is, is er sprake van een alternatieve werkelijkheid.”
Speculeren
“Vrij weinig”, reageert Rooseboom stellig op de vraag wat registercontrollers op dit moment zouden kunnen met cryptovaluta in de organisaties waarin zij werken. “Er wordt nog steeds op grote schaal geëxperimenteerd met allerlei toepassingen van blockchaintechnologie, maar ik heb daar in het reguliere bedrijfsleven nog geen concrete use cases van gezien. Dat komt omdat in veel van die gevallen een decentraal systeem helemaal geen toegevoegde waarde biedt en een centrale ledger veel efficiënter werkt. Een groot deel van de beleggingswaarde is vooralsnog dan ook speculatie, gebaseerd op een verwachte waardestijging in de toekomst. Dat maakt dat beleggen in cryptovaluta heel risicovol is. Daar maak ik geen geheim van. Dat is ook het eerlijke verhaal wat wij vertellen aan onze klanten die erin willen beleggen. Ik kan mij namelijk best voorstellen dat over een tijd, om wat voor reden dan ook, van de vele duizenden cryptovaluta die er momenteel zijn, er nog maar heel weinig overblijven. Omdat dan blijkt dat ze niet in staat zijn geweest om een daadwerkelijke use case te creëren. Het is ook niet ondenkbaar dat er op termijn strengere regulering komt vanuit overheden. Dat zou ertoe kunnen leiden dat bepaalde delen van de cryptomarkt buitenspel worden gezet. Maar zo’n vaart loopt het waarschijnlijk niet, is mijn verwachting.”
Volwassen worden
Rooseboom verwacht vooralsnog dat cryptovaluta alleen maar in waarde stijgen. “Maar zeker weten doe ik het natuurlijk ook niet. De waarde van goud heeft zich in de loop van de eeuwen gevormd. Ook die markt is volatiel. Voor bitcoin geldt eigenlijk hetzelfde. Als er straks weer een economische crisis ontstaat, wat gaan mensen dan als eerste verkopen? Hun huis of hun bitcoins? Het antwoord laat zich wel raden. Hun bitcoins. Daarmee hou je een enorm volatiliteit en dat kan mensen enorm afschrikken om in de cryptomarkt te stappen. Maar je zou verwachten dat, naarmate crypto steeds meer mainstream wordt, de volatiliteit met de tijd navenant afneemt. Het is nu nog steeds een beetje een cowboywereld en die wereld moet langzaam volwassen worden.”
Het feit dat de Europese Commissie afgelopen zomer een verordening heeft aangenomen om de cryptomarkt te reguleren, de zogenaamde Markets in Crypto Assets Regulation (MiCAR), is volgens Rooseboom een stap in de goede richting. “Die wet leidt ertoe dat cryptobedrijven onder stringenter toezicht vallen. Die bedrijven moeten een vergunning aanvragen, in Nederland bij de DNB of AFM. Dat om te zorgen voor de nodige mate van consumenten- en beleggersbescherming. Veel van de regels zijn vergelijkbaar met de regels voor financiële instrumenten. Zo moeten cryptobedrijven voldoende doen tegen witwassen. Daarnaast moeten ze voldoen aan regels die belangenverstrengeling tegenaan en wordt ook gecontroleerd of ze genoeg geld in kas hebben. Dat is natuurlijk een vorm van legitimering en het schept een zekere mate van rechtszekerheid. Dat is overigens ook een van de doelstellingen is. Ook dit is weer een stap in de richting van verdere integratie van beide werelden. Dat leidt er op enig moment toe dat je werkelijk iets kunt met crypto-assets.”