“We zijn nu vijf jaar verder”, constateert Hissink. “We zijn altijd maar geneigd om vooruit te kijken. Terugkijken en evalueren doen we minder. We zeggen vaak braaf dat dat moet, maar doen het vaak niet. Daarom vond ik dit nieuwe interview voor VRC Voices ook interessant. Ik las in mijn interview uit 2018 dat we tien jaar over de fusie wilden doen. Dat is vijf jaar geworden. Deels omdat we integraties konden versnellen door gebruik te maken van natuurlijke momenten en soms ook door noodgedwongen medische specialismen te bundelen op een locatie doordat ze niet sterk stonden door personele tekorten.” Het ideaalbeeld, verteld in 2018, was een wereldspeler voor de ontwikkeling van de gezondheidszorg van de toekomst te worden. Is dat gelukt? Hissink: “Voor het antwoord op die vraag moet ik een aanloop nemen. Velen denken dat we alleen een ziekenhuis zijn, maar in feite hebben we als Universitair Medisch Centrum vier kerntaken.”
Gegroeid naar twee miljard euro
Van anderhalf miljard omzet gecombineerd, groeide de gefuseerde organisatie door naar 2,2 miljard euro. Hissink: “Voor ongeveer de helft van dat bedrag verlenen we patiëntenzorg en zijn we een ziekenhuis. Dat is kerntaak nummer één. Voor een ander groot deel hebben we twee medische faculteiten van beide Amsterdamse universiteiten en zijn we dus een opleidingsinstituut voor dokters en verpleegkundigen van de toekomst. Dat is kerntaak nummer twee en qua opbrengst een stabiele poot van de organisatie. De ambitie daar is om, vanwege de arbeidstekorten, opleidingen effectiever, digitaler en sneller te maken. Het opleiden van bijvoorbeeld een operatieassistent of een verpleegkundige duurt momenteel vier jaar. Op deze manier duurt het veel te lang voordat we de huidige tekorten inlopen met nieuw zorgpersoneel voor de Nederlandse gezondheidssector. Op dit gebied liggen ook kansen om te werken met digitale opleidingsvormen, zoals virtual reality en simulatoren. We bootsen daar bijvoorbeeld een operatiekamer na, zodat artsen en verpleegkundigen niet meer hoeven te wachten totdat een patiënt met een specifieke aandoening wordt binnengebracht. Door onze omvang na de fusie kunnen deze innovaties sneller worden ontwikkeld.”
“Velen denken dat we alleen een ziekenhuis zijn, maar in feite hebben we als Universitair Medisch Centrum vier kerntaken.”
Coördinatie- en verdeelcentrum
Amsterdam UMC heeft ook een coördinerende rol voor het verdelen van zorg. “Wij zijn er voor complexe behandelingen, zeldzame aandoeningen en dure en acute zorg. Maar er zijn ook andere ziekenhuizen, GGZ-instellingen en verpleeg- en verzorgingshuizen waar we mee samenwerken. Patiënten kunnen heel goed bij ons initieel acuut worden behandeld of een diagnose krijgen, maar elders verder worden behandeld. We hebben een regionale en landelijke regierol om die samenwerkingen vorm te geven en daardoor de schaarse zorgcapaciteit beter te verdelen. Vijf jaar geleden was capaciteitsmanagement veel minder ver uitgewerkt. Door de Covid-19-crisis werd het belangrijk dat we de schaarse IC-bedden zo goed mogelijk verdeelden over de regio. Tijdens de crisis was dat meer een directieve rol, nu zoeken we het veel meer in overleggen met andere zorginstellingen. Denk aan elkaar verleiden om beter en meer samen te werken.”
Chronische aandoeningen
Samenwerken, de fusie tussen de twee Amsterdamse UMC’s die zorgt voor beter benutten van capaciteit en het verkorten van opleidingstijd zijn broodnodig, constateert Hissink: “Niet alleen om gezamenlijk te kunnen investeren in ondersteunde technologie, maar ook om het hoofd te bieden aan tal van uitdagingen. We kennen een krimpende beroepsbevolking, we hebben een groeiend aantal senioren in Nederland en het aantal Nederlanders groeit. Tot 2035 is de verwachting dat de Nederlandse bevolking met vijf procent groeit. Deze mensen hebben zorg nodig. Tel daarbij op dat over vijftien jaar twintig procent van de Nederlanders drie of meer chronische aandoeningen heeft. Dan ligt er al met al een enorme uitdaging. Momenteel werkt een op de zeven mensen in de zorg. Dat zou in 2040 een op de drie moeten zijn om voldoende zorg te leveren. Los van de betaalbaarheid, kan dat simpelweg niet. Er gaat de komende jaren veel veranderen. ”
Wetenschappelijk onderzoek en valorisatie
Absolute wereldtop is Amsterdam UMC in het wetenschappelijke onderzoek. Amsterdam UMC ontwikkelt wetenschappelijke kennis die bijdraagt aan het voorkomen van ziekten en aan het genezen van patiënten. Dat is naast zorg en opleiding kerntaak nummer drie. “We hebben maar liefst acht onderzoeksinstituten. De daarbij aangesloten onderzoekers maken internationaal deel uit van de top van medisch-wetenschappelijk onderzoek. Onderzoekers kregen tijdens Covid-19 grote bekendheid en de relevantie van wetenschappelijk onderzoek is voor iedereen heel duidelijk geworden. Voor die onderzoeksprogramma’s is een omvang en naam van het instituut Amsterdam UMC van belang. Daardoor kun je grote en goede onderzoeken doen en toponderzoekers aantrekken. Het wervend vermogen, een ander woord voor meer lopende onderzoeken, is sterk gestegen door de fusie. Als laatste: wetenschappelijk onderzoek naar de markt brengen en maatschappelijke impact creëren, ook wel valorisatie genoemd, is kerntaak nummer vier.”