Het is een jaarlijks hoogtepunt: de uitreiking van de VRC Scriptieprijs. Speciaal bedoeld als stimulans voor de nieuwe generatie registercontrollers. Dit jaar vond de feestelijke uitreiking op 7 november plaats tijdens de laatste sessie van de Financiële Top Cyclus in Boijmans Depot in Rotterdam. Thom Broekhuis en Sonny Liebeek waren twee van de gelukkigen die hun noeste arbeid bekroond zagen worden met een cheque en een eervolle vermelding. Een goede reden voor een nadere kennismaking met beide talenten.
Liefst zes van de acht universiteiten stuurden hun beste scripties in. Voor de jury, bestaande uit voorzitter Vincent Verweijmeren, Theo Eysink, Sophie Hoozée en Nynke Dalstra, was de schone taak weggelegd om deze te beoordelen. De scripties van Sonny Liebeek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (‘Mens vs. Machine. Voorspellen van de klantvraag’) en van Thom Broekhuis van TIAS Business School (‘Langetermijninvesteringen: hoe deze te monitoren, evalueren en bij te sturen na initiële besluitvorming om de waardecreatie van KPN te bevorderen?’) sprongen er direct uit. Ze vielen dan ook in de prijzen.
Traject na investeringsbesluit
In de afgelopen vijf jaar heeft Broekhuis op verschillende plekken binnen KPN ervaring opgedaan. Momenteel zit hij bij wat ze bij KPN liefkozend de ‘achterkant’ noemen: de netwerkkant. “Waar de echte techniek zit.” Zijn scriptie is het slotstuk van zijn EMFC-opleiding. Hij koos voor een onderwerp dat dichtbij de praktijk van zijn eigen werkveld ligt. “Een belangrijk aandachtspunt bij KPN is de transitie van koper- naar glasvezelnetwerken. Een behoorlijke investeringscase, waar we ieder jaar miljoenen instoppen. We spenderen veel tijd om te komen tot een investeringsbesluit en gedetailleerde businesscases”, legt hij uit. “Maar als een besluit eenmaal is genomen, wat doen we dan? Gaat het goed of moeten we bijsturen? En stopt er überhaupt wel eens een project?”
Lerend effect
Hoe je komt tot investeringsbesluitvorming? Daarover is genoeg literatuur te vinden, geeft Broekhuis aan. Maar over het proces daarna veel minder. Terwijl dat juist zo leerzaam kan zijn. “Er zit een lerend effect in voor een lopende investering. Als je van evaluaties van andere projecten bijvoorbeeld weet dat je structureel meer kosten maakt, dan moet je daar misschien wat mee doen aan de voorkant bij het selecteren van projecten. Dan maak je misschien wel andere investeringsbesluiten.”
Broekhuis geeft in zijn scriptie vijf aanbevelingen. Eén daarvan heeft betrekking op informatievoorziening: er is behoefte aan waardesturing. KPN kan goed de kosten van de aanleg van glasvezel volgen, maar of dat leidt tot honderd of tot duizend meer klanten in de maand is moeilijk te voorspellen, geeft hij aan. “Er zijn externe factoren die meespelen, bijvoorbeeld een kortingsactie van een andere partij. Maar de behoefte om die koppeling wel te maken is er wel. Ik heb een aanbeveling gedaan om dat wat concreter te kunnen maken. Dat wordt tot nu toe redelijk opgevolgd, dat is leuk om te zien.”
Werken op versafdeling
Liebeek is hoofd financial control bij Bakker, de grootste leverancier van groente en fruit aan Albert Heijn in Nederland. Hij werkt hier ruim zeven jaar. Vers zit in zijn hart. Ooit begon hij met een bijbaantje bij de Albert Heijn, belandde op de groente- en fruitafdeling en zorgde er drie jaar lang voor dat alles er altijd netjes en verzorgd bij lag in de ochtend. “Vooral met verse producten kun je qua presentatie veel doen.” Broekhuis lacht, hij herkent dat wel. Ook hij heeft vanaf zijn vijftiende een aantal jaren op de groenteafdeling gewerkt. “Met veel plezier!”
Waardeverlies voorspellen
Verse groente en fruit; gezonde, mooie producten om mee te werken, maar er zit ook een nadeel aan. Liebeek: “Zodra je het plukt, gaat het dood. Elke dag dat het langer in de keten verblijft, heb je waardeverlies. Op dit onderwerp is mijn scriptie gebaseerd. De voorraad in de winkel voorspellen doen we nu op basis van kennis. Als de temperatuur hoog is, verwacht je bijvoorbeeld meer verkoop van meloenen. Je legt zelf verbanden en bepaalt hoe zwaar een variabele weegt. Ik was benieuwd of er een voorspelmodel te ontwikkelen is waardoor je beter kunt voorspellen wat er wordt verkocht zodat je beter weet hoeveel voorraad je nodig hebt. Zodra dat onzeker is, ga je extra inkopen, waardoor je een grotere kans op verspilling hebt. Voedselverspilling is een van de belangrijkste punten in onze sector. Ieder product dat in de kliko verdwijnt, doet mij pijn aan de ogen. Ik geloof erin dat je voedselverspilling kleiner kunt maken door de keten van land tot klant zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten.”