PaperFoam is ontstaan uit een onderzoeksproject van zetmeelproducent Avebe. Beukers, sinds maart 2021 CFO van het verpakkingsbedrijf uit Barneveld, vertelt: “Zij zochten naar een manier om nog meer markt te creëren. Dit door verpakkingen te maken met zetmeel als basisproduct. Na verloop van tijd heeft Avebe het project afgestoten, maar heeft een van onze grootaandeelhouders het project onder zijn hoede genomen. Hij heeft een bedrijf opgericht en zo is 25 jaar geleden PaperFoam ontstaan. Inmiddels zijn wij wereldwijd actief, met fabrieken in Europa, de Verenigde Staten en Azië.”

Coca-Cola-recept

PaperFoam maakt verpakkingen, die zich het beste laten omschrijven als bakjes, voor cosmetica, elektronica, voedselindustrie, tuinieren en de medische industrie. Beukers: “Onze verpakking is heel duurzaam. Als je het in tuin gooit en het wordt een beetje vochtig, dan composteert het. Binnen vier tot zes weken is heel het bakje verdwenen. Er blijft alleen een beetje poeder over. Dat is een groot verschil met plastic verpakkingen die niet afbreken. Onze verpakkingen bestaan uit heel veel zetmeel, vezels en ons geheime goedje. Ons Coca-Cola-recept.”

Als al die producten worden samengevoegd, ontstaat er een papierachtige substantie. Alleen met veel minder vezels en veel meer zetmeel. Beukers: “Die substantie wordt in een mal gegoten. Bijna alle denkbare vormen zijn mogelijk. Vervolgens wordt de mal gebakken en zo ontstaat de verpakking. Zo ontstaat een duurzaam product. Maar ook ons productieproces is duurzaam. Er gaat weinig warmte verloren bij het bakken van de verpakkingen. CO2-uitstoot wordt al snel veroorzaakt door hitteverlies en op het moment dat een machine steeds opgewarmd moet worden. Die aspecten vallen bij ons mee. Daarnaast wordt er weinig water gebruikt als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld verpakkingen die gemaakt zijn van pulp.”

“Hoe kunnen we efficiënter worden? Waar is winst te behalen? Dat zijn de vragen die ik stel.”

Innovatieslag

Beukers vertelt dat de R&D-afdeling telkens probeert verbeteringen door te voeren aan de producten. “Als wij voorheen een verpakking bakten, bleef er altijd een pluim aan het bakje zitten. Een klein uitsteeksel dat naar buiten hing. Wij zijn erin geslaagd om dat te voorkomen. Dat scheelt grondstof omdat die pluimen niet weggegooid hoeven te worden. Wij kunnen dat namelijk niet meer gebruiken. Innovatie zit dus in bestaande producten, maar we kijken ook naar nieuw te ontwikkelen producten.” Beukers haalt het voorbeeld aan van piepschuim. Dat wordt veelal gebruikt om producten in verpakkingen te beschermen mocht een pakket vallen. “Wij hebben een extrusie van PaperFoam-materialen ontwikkeld waarmee een constante stroom aan verpakkingsmateriaal wordt uitgespoten. Die kunnen we nu als lange slierten verwerken en in een bepaalde vorm gieten. Maar er kunnen ook balletjes van gemaakt worden, zoals dat bij piepschuim ook gebeurt. Wij zijn constant bezig onszelf te verbeteren, waarbij ons geheime goedje de basis is. Daarmee waarborgen we de afbreekbaarheid.”

Anders nadenken

De markt waarin PaperFoam acteert, is een grote driver achter innovaties, zegt Beukers. “Wet- en regelgeving dwingt organisaties om anders te denken over hun verpakkingen. In Nederland gaat dat over het verbod op plastic wegwerpbekers- en maaltijdverpakkingen. In Nieuw-Zeeland komt er een verbod op het gebruik van piepschuim. Als dergelijke ontwikkelingen spelen, komen klanten naar ons toe met de vraag of wij iets kunnen bedenken als vervanging van de oude verpakking. Daarnaast merk ik ook dat organisaties vanuit intrinsieke motivatie graag hun CO2-uitstoot willen terugdringen en daarom kritisch kijken naar hun verpakkingen.”

Pen en paper zijn verdwenen

Als CFO heeft Beukers de verantwoordelijkheid om inzicht te krijgen in de financiële resultaten van de organisatie. Daarnaast is hij ook betrokken bij de optimalisaties van bestaande financiële processen en productieprocessen. “Hoe kunnen we efficiënter worden? Waar is winst te behalen? Dat zijn de vragen die ik stel. Wij zijn de laatste jaren heel hard gegroeid. Zaken werden tien tot vijftien jaar lang op dezelfde manier gedaan. Zowel de registratie als administratie van allerlei processen. Van de ontvangst van grondstoffen en het maken van halffabricaten tot aan het uitleveren van pallets. Dat waren handelingen die voorheen nog werden opgeschreven en vervolgens allemaal in systemen netjes werden overgetypt en verwerkt. Daarvoor gebruiken we nu scanners en dat systeem hebben we samen met onze ERP-partner opgebouwd. Onlangs maakten we nog een rekensommetje dat we in de afgelopen twee jaar al 64 pallets aan papier hebben bespaard.”

De automatiseringsslag levert ook een enorme tijdswinst op. Beukers: “Wij werken tegenwoordig een stuk efficiënter. Het is niet langer zo dat een collega op de werkvloer opschrijft dat hij vandaag drie pallets heeft gemaakt, dit vervolgens inboekt in de administratie en vervolgens er nog een eindcontrole plaatsvindt door een collega die zijn handtekening eronder zet. Dat zijn processen die we nu geautomatiseerd oppakken. Dit levert vervolgens weer interessante data op. Die data ondersteunen ons weer in de besluitvorming over de te varen koers van de organisatie.”

“Wet- en regelgeving dwingt organisaties om anders te denken over hun verpakkingen.”

Plastic soep

Een volledig plasticvrije verpakkingsindustrie: is dat haalbare kaart? Beukers: “Dat is, om eerlijk te zijn, heel lastig. Plastic is een hele goede verpakking als je puur kijkt naar de eigenschappen. Als de loop voor het gebruik en hergebruik ervan honderd procent gesloten zou zijn, zou het ideaal zijn. Maar dat is niet het geval. Niet alles wordt gerecycled en als het gerecycled wordt, is het maar de vraag welk deel weer hergebruikt kan worden. Plastic gaat niet helemaal verdwijnen. Daar geloof ik niet in. Maar het is wel van cruciaal belang dat er veel minder van gebruikt gaat worden. Om de hoeveelheid plastic soep te verkleinen. Zeker in Azië is dat een heel groot probleem.”

Beukers juicht de komst van strenge verpakkingsregels toe. “Het is heel belangrijk dat er in de verpakkingswereld zo weinig mogelijk verpakking wordt gebruikt. Ik kom wel eens verpakkingen tegen waarvan ik denk ‘met een laag minder was het ook prima geweest’. Daarnaast zijn er zoveel producten die niet per se in plastic verpakt hoeven te worden en waarvoor duurzame alternatieven zijn. Die alternatieven zijn goed te recyclen is en daarmee kun je de carbon footprint zo klein mogelijk houden. Volgens mij bieden wij zo’n mooi alternatief.”