Strategische ICT-agenda
Aansluitend pleit Gallant voor een strategische ICT-agenda. “Wat is de strategie van je bedrijf en hoe kan ICT daar een bijdrage aan leveren? Dat inclusief een strategisch budget. ICT wordt nog te veel, ook door CFO’s, als kostencenter gezien. Om de opgelopen kosten een halt toe te roepen, zette een grote bank alle licenties stop. En keek de bank wie er piepte dat hij of zij toch een licentie nodig had. Dat is een manier van werken, maar geen strategische manier van werken. Zonder strategische ICT-agenda krijg je dat onderdelen van je bedrijf zelf platformen opzoeken en de ICT-afdeling links laten liggen. Terwijl ICT een enabler zou moeten zijn van wat er in de business gebeurt.” Dat is de topdown-benadering. Tegelijkertijd heeft Gallant ook sympathie voor de bottom up-initiatieven. “Ik denk meteen aan een klasgenoot van me, een financedirector die een businesscontroller in zijn team zag die uit zichzelf meer met data wilde doen. Hij gaf hem de ruimte en nu kan hij niet meer zonder zijn inspanningen. Steun dat soort mensen en geef ze een mandaat om uit te vlooien wat werkt en wat niet werkt. Dit soort initiatieven heeft namelijk meteen een draagvlak. Ook omdat de professional zich hiermee verder kan ontwikkelen. Wellicht tot de eerdergenoemde functie van business analist. Uiteindelijk komen de twee aanpakken, topdown en bottom up, als vanzelf bij elkaar.”
Stem dataverzameling af op je doel
In hoeverre moet een registercontroller verstand hebben van ICT? “Een controller hoeft niet identity access management in te kunnen regelen of te weten hoe hij of zij een datawarehouse in de cloud realiseert. Dat gaat me te ver. Maar je wilt als controller wel weten of data klopt, hoe betrouwbaar deze is en hoe je deze kunt ontsluiten voor jouw business. Bij dat laatste komt dan weer kijken dat je weet welke tools er zijn om dat te kunnen doen.” Ook zouden controllers betrokken moeten zijn bij het neerzetten van de key performance indicatoren. “Als voorbeeld: als je als controller bij de ANWB hebt afgesproken dat de wegenwacht binnen een minuut bij een pechgeval moet zijn, dan moet je de dataverzameling op dat doel afstemmen. Kortom, het verzamelen, monitoren en sturen op data, moet vanuit de bedrijfsdoelstellingen gebeuren. Je meet namelijk om succes te borgen, in lijn met de doelen van de organisatie.”
Niet te veel leunen op data
Gallant waarschuwt ook voor te veel leunen op data. “Kijk uit dat je niet je eigen gelijk bevestigd ziet in de data. Of bezig bent om je eigen gelijk te bevestigen met een bepaald deel van de data. Kortom, weet dat er baises oftewel vooroordelen zijn. Van grote dictators uit onze geschiedenis is bekend dat ze op een gegeven moment alleen de dingen willen horen die in hun voordeel uitvallen en dat hun omgeving zich daaraan aanpast. Een dictator krijgt geen kritiek meer te horen. Dat doet afbreuk aan diens vermogen om een goede beslissing te nemen. Dat geldt ook voor data die vanuit zo’n vooroordeel aan een beslisser wordt voorgelegd. Daarnaast kun je met data nog steeds manipuleren. Ik kan je gevoel beïnvloeden. Als ik zeg dat Gandhi overleed toen hij 200 jaar was, dan schiet je in ongeloof. Als ik je vervolgens vraag: hoe oud was hij dan wel? Dan begin je onbewust te rekenen vanaf 200 naar beneden. Dat principe wordt ook toegepast bij sales om een bedrag voor een aanbieding goedkoop te laten lijken.”
Leer omgekeerd redeneren
Als laatste: leer ook om omgekeerd te redeneren ten opzichte van de conclusie. “Ik vertel daarbij een bekend verhaal van Abraham Wald, een Hongaarse wiskundige. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen gevechtsvliegtuigen met kogelgaten terug vanuit de gevechtslinie. De geallieerden vonden de plekken op het vliegtuig die het vaakst door vijandelijk vuur werden getroffen. Ze tekenden dit op hun bouwtekeningen. Ze probeerden de meest beschadigde delen van de vliegtuigen te versterken om zo het aantal neergeschoten vliegtuigen te reduceren. Maar dat lukt maar niet. Wald veronderstelde dat de reden dat delen van de vliegtuigen niet bedekt waren met kogelgaten, juist kon zijn dat de vliegtuigen die op deze plekken beschoten waren niet terugkwamen. Dit inzicht leidde ertoe dat de bepantsering werd versterkt op de delen van het vliegtuig waar geen kogelgaten waren. En met succes. Dat is een sterk staaltje omdenken waar we als controllers nog wat van kunnen leren.”